Laatste nacht
11 januari 2022
Onlangs verscheen tot vreugde van Guido Schürmann, beleidsadviseur bij Agora, het verzameld werk van Carl Friedman. Hij herinnert zich het verhaal ‘Bette’, over een moeder die te horen krijgt dat ze een hersentumor heeft. En over haar kinderen die daar elk op een heel andere manier mee omgaan. Het valt hem op hoe dit verhaal de visie van Agora verwoordt. En het doet hem tegelijkertijd denken aan de laatste jaren van zijn eigen moeder.
“Toen ik ‘Bette’ voor het eerst las, was ik net een paar jaar aan het werk. Nu, 25 jaar later, herlees ik het als beleidsadviseur bij Agora en landelijk projectleider Geestelijke Verzorging Thuis. Al in de eerste zin valt het me op: dit verhaal past precies bij de palliatieve benadering. Er is de aankondiging van de ongeneeslijke tumor, moeder omringt zich met boeken die haar houvast geven. De kinderen gaan er heel verschillend mee om, eentje staat altijd dichtbij. Die wordt mantelzorger en worstelt zich door de palliatieve fase heen.
Rouw
Het is een schitterend verhaal, zeker ook in het perspectief van afscheid nemen en rouw, waar ik vanwege de voorbereidingen voor een herziene richtlijn Rouw ook nadrukkelijk mee te maken heb. Het doet me ook denken aan mijn eigen moeder. Ze was niet palliatief, had geen kanker, wel al weduwe op haar 46ste vanwege mijn vaders alvleesklierkanker en ook nog een zoon moeten begraven, mijn tweelingbroer op zijn 36ste. Niet palliatief, hoewel? Ze had wel allerlei serieuze ongemakken op haar 81ste: matig functionerende schildklier, diabetes type 2, verhoogd cholesterol en bekend met hartfalen. Op haar 79ste kreeg ze een hartinfarct, kreeg de vraag of ze in een voorkomend geval wel of niet gereanimeerd wilde worden, graag antwoord binnen 10 minuten. Ik werd ineens mantelzorger, zonder te beseffen wat dat allemaal inhield. Bij Agora zijn we zeer bekend met wat er gebeurt in het levenseinde. Collega’s en ik maken ons sterk voor meer bewustzijn van wat je allemaal overkomt als je ernstig ziek bent of een kwetsbare oudere.
Het lezen van het verhaal van Carl Friedman maakt dat ik me weer dankbaar voel
Na een driedaagse training ging ik in de middag bij mijn moeder langs in het ziekenhuis, waar ze steeds vaker werd opgenomen vanwege hartfalen, vochtophoping en zo meer. Op het einde van die dag belde de nachtzuster me uit bed: het ging niet goed. Dus reisde ik meteen nog een keer naar Zwijndrecht, in het vaste vermoeden dat mijn moeders laatste nacht was aangebroken. Ze bleek duidelijk verzwakt en op haar einde, maar was gelukkig nog aanspreekbaar. Half wakend, half slapend kwamen we samen de nacht door, terugkijkend, zorgen uitend, een leven evaluerend, alles bij elkaar. Vaak riep ze om Laurentien, wat ik niet onmiddellijk kon plaatsen, tenzij als verwijzing naar de prinses. Later besefte ik dat de nachtzuster Petra heette… dat omfloerste taalgebruik was typerend voor haar. In de ochtend overleed ze, ik vroeg Petra om het te bevestigen.
Het lezen van het verhaal van Carl Friedman maakt dat ik me weer dankbaar voel. Voor dat ene cruciale telefoontje, maar vooral voor die laatste, onvergetelijke nacht.”
Delen: