De kunst van het leven
29 juni 2022
Dood. Een bijzondere vriend van mij is dood. En doodgaan is geen sinecure. Omdat, in zijn geval, het lichamelijke ongemak in de laatste fase heftig was. Alles deed pijn, alles ging traag, alles was mist. Niet alles valt met medicijnen te verdoven. Doodgaan is ook pijnlijk omdat je moet loslaten, afscheid nemen. Afscheid van je leven, van je geliefde, van kinderen, vrienden, ouders. Daarom doet doodgaan pijn, is het verdrietig want: ‘Het is hier zo mooi en jullie zijn zo lief…’, zei hij.
In de laatste maanden werd zijn leven snel slechter maar, zo bleek uit onze ontmoetingen, telefoongesprekken en appjes, ook nog mooier. Het besef er straks niet meer te zijn gaf veel, zo niet alles, het mooiste van wat er was. Hij trouwde eerder dan gepland, had nog leuke uitjes en de vrienden, familie om hem heen waren talrijk. Zoals hij schreef in een van zijn blogs op Caring Bridge (een online dagboek/pagina waarop je kunt bloggen over de situatie voor vrienden en familie): ‘Ik ben blij en verdrietig tegelijk. Het leven is fantastisch.’ Die kunst van het leven, daar was hij vooral heel erg goed in, ondanks zijn tanende gezondheid en het naderende einde.
Bewustwording
Vreemd maar toch ook bemoedigend dat het leven rijker wordt als we de dood in de ogen kijken. Het lijkt een paradox. Alles wordt mooier als je het loslaat. Bij al mijn ervaringen met de dood, wisten degenen die gingen overlijden of langs deze afgrond scheerden, de meest complexe zaken helder te verwoorden in vaak een innige blijheid. Hun hart ging open, er was immers niets meer te verliezen, het einde was al daar. Niet dat er geen verdriet was, dat was er zeker. Maar alles werd intenser. Zou het dan zo kunnen zijn dat de dood ons eigenlijk informatie geeft over het leven? Hoe het leven te leven? Dat als we ons bewust kunnen zijn van onze eindigheid, dat besef iets belangrijks brengt in ons leven van vandaag?
Een van de baanbrekende boeken over dit onderwerp en hoe we anders tegen dood en leven kunnen aankijken is Dood. Het laatste stadium van innerlijke groei van Elisabeth Kübler- Ross. Ik had dit boek al eerder bij een vriendin uit de boekenkast geplukt en was het nu driftig aan het lezen. Deze psychiater maakte naam met vele publicaties over stervensbegeleiding waaronder dit (voor sommigen controversiële) boek, gepubliceerd in 1975 maar nog steeds actueel. Kübler-Ross deed veel onderzoek naar stervensbegeleiding en de verschillende fasen van rouw. Maar belangrijker, zij deed onderzoek naar hoe mensen zich voelden die de dood in de ogen keken. Als patiënt, als begeleider of bij haar eigen confrontatie met ernstig ziek zijn.
Zorgvuldig aftastend waar degene behoefte aan heeft
In de verhalen die in het boek staan, de gesprekken die Kübler-Ross voerde, herken ik veel. Het ‘zijn’ met iemand die stervende is, ook soms niet eens heel dichtbij, is louterend voor beiden. Het ‘meedragen’ zoals ik dat zelf noem is geen last maar een daad die voortkomt uit iets voorbij mijzelf. En dat is geen verdienste. Het is niet iets waarmee je je op de voorgrond zet. Je bent op de achtergrond en daarmee aanwezig. Zorgvuldig aftastend waar degene behoefte aan heeft. Soms iets aanreikend, vaker stil. Het is meer de ruimte die je geeft, bewaakt en draagt.
Onvoorwaardelijk
Kübler-Ross noemt dit contactmoment: ‘door samen zwak te zijn’, ik zou het omschrijven als ‘alle ego sluiers af’. Er is niets meer om je achter te verschuilen, verdrietig zijn we toch al, kwetsbaar ook en dus wordt het puur ontmoeten. Daarin, in dat ontmoeten zonder opsmuk, zonder rollen die moeten worden gespeeld, zonder buitenkant, in die mooie momenten zit de onvoorwaardelijke liefde. Die onvoorwaardelijke liefde heelt, is rijk, oneindig en gaat voorbij de dood. Het besef dat je als mens meer bent dan je ziekte, dat je leven meer is dan leven en doodgaan, dat komt aan de orde als je de dood in de ogen kijkt. Je stijgt als het ware boven je zelfbeeld uit. Het fenomeen is in vele theorieën beschreven, zowel religieus als meer spiritueel. In het boek haalt Ross onder andere psycholoog Gordon Allport aan die de term ‘zelf-objectivatie’ beschrijft. Een omschrijving waarin het zelfbewustzijn van het moment als het belangrijkste kenmerk van rijpheid wordt geduid. Kübler-Ross gebruikt deze onderzoeken om mede te onderschrijven dat het ziekteproces en de daaropvolgende dood het laatste stadium van innerlijke groei zijn.
Hoe dat voor de overledene is, kunnen we helaas niet vragen. Ik zou graag aan mijn goede vriend vragen of het doodgaan was zoals hij van tevoren dacht? Of hij gegroeid is door de ervaring? Of hij in een bootje door de smalle Calle Dei Morti is gevaren met licht aan het eind, zoals op de foto uit Venetië die ik hem stuurde? Of de dood inderdaad geen einde is maar een transitie, zoals we bespraken maar moeilijk konden vastpakken. (Ook dit stadium werd onder andere beschreven door Kübler-Ross in Over de dood en het leven daarna.) In de laatste app die ik van hem heb staat onder de foto uit Venetië en een enkel berichtje nog steeds ‘terugbellen’, dat zou ik graag doen. Nog even doorpraten, checken of hij oké is daar. Ik doe dat bij deze, via deze column. Dan zeg ik, ik lief je, tot voorbij wij kunnen waarnemen. En zo is het.
Handige links
- Elisabeth Kübler-Ross arts en psychiater (1926-2004) publiceerde vele boeken over de dood, over rouw en over de fase daarna
- CaringBridge: Een handige online tool om contact te hebben en te houden met vrienden, familie of uitgebreider als er dit soort problematiek speelt. Je kunt er tekst, foto’s en filmpjes op kwijt. Mensen kunnen zich opgeven om te helpen, er zit een planner in en een knop om gewoon heel veel hartjes te sturen.
Delen: