Kansen en uitdagingen bij gezamenlijke palliatieve
ondersteuning en zorg
‘Geef professionals in zorg en sociaal domein tijd en ruimte voor samenwerking’
6 februari 2025
Wat maakt samenwerking tussen zorg en sociaal domein in de laatste levensfase zo
belangrijk en tegelijk ook lastig? En waar liggen kansen en mogelijkheden om
deze samenwerking wel van de grond te krijgen? ‘Het begint met bestuurders die
samenwerking willen faciliteren, zodat professionals tijd en ruimte krijgen om
elkaar te leren kennen en samen te werken.’
Aan het woord is Arjan Koreman, beleidsmedewerker Sociaal Domein (Wmo) bij de gemeente Zundert. Hij is ook ambassadeur voor het bewustwordingsproject Passende palliatieve ondersteuning en zorg vanuit het sociaal domein, van Agora en PZNL waarbij zich verschillende organisaties uit de zorg en het sociaal domein hebben aangesloten. Arjan Koreman werkte afgelopen najaar ook mee aan de Carend-podcastserie over het sociaal domein en de sociale dimensie.
Diverse organisaties zijn partner in het bewustwordingsproject van Agora en PZNL.
Kosten en baten
Koreman: ‘Professionals willen best samenwerken bij palliatieve ondersteuning en zorg. Maar de vertaalslag naar de praktijk is lastig, want: iedereen heeft het zo druk. De wijkverpleegkundige, de Wmo-consulent, de sociaal werker, de praktijkondersteuner … Maar er is te weinig besef dat samenwerking die druk juist kan verlichten.’ Hij roept bestuurders daarom op werk te maken van samenwerking. ‘Maak tijd vrij voor medewerkers, zodat ze elkaar leren kennen en weten wat ze elkaar te bieden hebben. Je moet investeren in verbinding. De kosten gaan voor de baten uit.’
Namens Zundert deed Koreman mee aan één van de proeftuinen ‘Léven tot het Einde!’ van Agora en Movisie. Bij dit leerwerktraject zag hij op welke manier lokale professionals uit de zorg en het sociaal domein met elkaar in verbinding werden gebracht om uiteindelijk samen te werken. ‘Verbinding ontstaat pas als je elkaar kent, begrijpt, waardeert en vertrouwt,’ aldus Koreman.
Onzekerheid
Koreman ziet bij bestuurders en professionals onzekerheid of samenwerking wel wat oplevert. ‘Vanuit wiens perspectief wordt die vraag gesteld?’, vraagt hij zich af. ‘Het perspectief van de professional of het perspectief van de cliënt, de burger? Als genezing niet meer mogelijk is heb je welzijn en praktische en geestelijk ondersteuning nodig voor kwaliteit van leven. Dan heb je niet voldoende aan alleen een wijkverpleegkundige, of sociaal werker of POH-er.’
Aandacht voor het leven in de breedste zin van het woord
Wesley van Steen, wethouder Sociaal Domein in Zundert:
‘Zundert wil benadrukken dat palliatieve zorg vraagt om oog voor elkaar en aandacht voor het leven in de breedste zin van het woord. Collega’s in het sociaal domein en de welzijnssector spelen hier een cruciale rol. Door medewerkers goed te faciliteren, met training en verbinding met relevante netwerken, zorgen we dat zij zowel signalen kunnen oppikken als passende ondersteuning kunnen bieden. Het is de moeite waard om het thema palliatieve zorg mee te nemen in beleid en uitvoering. Hiermee maak je echt verschil voor inwoners in hun laatste levensfase en voor hun naasten.’
Balans
‘Vanuit de proeftuin viel mij op dat palliatieve ondersteuning en zorg veelal medisch is ingestoken’, aldus Koreman. ‘De zorg is oververtegenwoordigd ten opzichte van geestelijke verzorging en welzijn. Daar is een betere balans in nodig.’ Hoe dan? ‘Na de diagnose is een eerste stap nodig van zorgprofessionals richting collega’s in het sociaal domein. Maar er ligt ook een taak voor sociaal werkers. Zij moeten zorgprofessionals laten zien wat ze te bieden hebben.’ Koreman heeft ook ervaring als manager bij een regionale zorg- en welzijnsorganisatie. ‘Sociaal en maatschappelijk werkers moeten niet zo bescheiden zijn. Wat zij doen is fundamenteel!’
Bewustwording twee kanten op
‘Het gaat om bewustwording twee kanten op. Zorgprofessionals moeten weten wat het sociaal domein kan betekenen voor patiënten en naasten. Het sociaal domein moet zich meer bewust zijn van wat palliatieve zorg inhoudt en hoe zij burgers en hun naasten daarbij kunnen ondersteunen. Ook onze Wmo-consulenten hebben een rol. Zij moeten weten welke vragen er kunnen leven of welke praktische en financiële problemen kunnen ontstaan als je ongeneeslijk ziekt bent. Zij moeten verder kijken dan alleen de middelen die ze kunnen leveren.’
Zoek elkaar op!
Koreman daagt bestuurders en professionals uit. ‘Stap van het idee af: ik moet het allemaal zelf kunnen. Zoek elkaar op! De beste hulpverlener is degene die durft te zeggen dat hij of zij het niet alleen kan. Je moet over je eigen schutting heen durven kijken.’
Lees meer
Lees meer over de resultaten van de drie proeftuinen in het ‘Logboek Oogst proeftuinen Léven tot het einde Maarssen, Zundert en Roermond’.
Dit artikel is gepubliceerd in Zorg+Welzijn van 6 februari 2025 en op de website van dit magazine.
Delen: