Nieuwe lokale proeftuin Agora-Movisie in Roermond
‘Het leven houdt niet op na de diagnose, maar dat voelt vaak wel zo’
1 november 2022
‘Zodra je hoort dat je chronisch ziek bent, duik je het medische circuit in, denkende dat het leven meteen ophoudt.’ Maar dat is meestal niet zo, weet de Roermondse wethouder Marianne Smitsmans. ‘Er is gewoon te weinig aandacht voor welzijn.’ De proeftuin moet daar verandering in aanbrengen.
De openhartigheid, die verraste Marianne Smitsmans tijdens de proeftuin-startbijeenkomst op 27 september in de Roermondse wijk Maasniel. ‘Niemand stond te zenden, iedereen luisterde naar elkaars dilemma’s en dacht mee over mogelijke oplossingen. Hoe doe jij dat? Hoe kunnen we die begeleiding beter inrichten?’
En met ‘iedereen’ bedoelt ze een divers gezelschap professionals uit het zorg- en sociale domein. Van een wijkverpleegkundige, casemanager en welzijnsmedewerker tot professionals op het gebied van palliatieve zorg. ‘Het was zo waardevol om al die disciplines eens samen om de tafel te zien.’
Kansen, geen problemen
Dat gebeurt nu veel te weinig, geeft ze toe, hoewel het programma Dementie Vriendelijk Roermond voor dementiepatiënten al veel verbetering brengt. Bij andere chronische ziekten is het nog zoeken. ‘Althans, die structuur voor een goede samenwerking tussen zorg en welzijn is mij niet bekend.’ Het is een van de belangrijkste redenen waarom Roermond zich bij de proeftuin aansluit, waarbij Marianne het liever over ‘kansen’ dan ‘problemen’ heeft. Ze spreekt uit ervaring.
Marianne Smitsmans komt als wethouder vaak bij mensen thuis en hoort de verhalen uit de eerste hand. Niet alleen van patiënten, ook van hun mantelzorgers.
‘Die raken mij enorm. Zodra je hoort dat je chronisch ziek bent, duik je het medische circuit in, denkende dat het leven meteen ophoudt.’
Zorg én sociaal domein
‘Maar dat vóelt zo, simpelweg omdat er zo weinig aandacht is voor welzijn,’ vervolgt ze. ‘We weten allemaal dat het leven eindig is, maar als je die boodschap krijgt, stopt het leven niet meteen. Je wilt ook weten hoe je nog van betekenis kunt zijn. Wat kun je nog wél, hoe ga je door? Dat is de insteek die wij in Roermond kiezen, vanuit onze visie op positieve gezondheid.’ Het liefst ziet ze dat welzijn en het sociale domein direct inspringen zodra iemand het ziekenhuis uit wandelt – het zou zomaar een uitkomst van de proeftuin kunnen zijn.
Wat kun je nog wél? Dat is onze visie op positieve gezondheid
‘Na een diagnose zijn mensen beduusd, vaak doemen pas thuis de grote vragen op. Daar zit je dan, zonder antwoorden.’ Ze denkt bijvoorbeeld aan een sociaal wijkteam dat snel aanhaakt. ‘Ga meteen het gesprek met de inwoner aan, en neem het welzijn van de mantelzorger in één adem mee. Alles begint dan met luisteren. Naar wat mensen willen en kunnen, waar ze behoefte aan hebben.’
Diverse professionals uit het zorg- en sociale domein gingen met elkaar aan de slag tijdens de startbijeenkomst in Roermond
Eén uurtje later, graag
Het doet Marianne denken aan haar eigen vader. Ze vertelt: ‘Hij voegt zich naar alle medische afspraken die bij zijn ouder wordende lichaam komen kijken. Hij slaapt echter slecht, terwijl de thuiszorg elke dag om half acht op de stoep staat, tot voor kort ook in het weekend. Op een dag zei hij, heel eerlijk: “Jullie doen goed werk, maar ik zou zo graag in het weekend wat langer uitslapen.” Nu komen ze een uurtje later, met dank aan de buurtzorg. Wat ze maar wil zeggen: het kan dus wel, dat maatwerk – ook in roosters die van een afstandje in steen gebeiteld lijken. ‘Als je maar begrijpt wat iemand wil.’
Netwerk als preventie
Ze geeft nog een voorbeeld, dat het hart van het Limburgse welzijn raakt. ‘Ook in Roermond hebben we een rijk verenigingsleven. Toch krijgt iemand die chronisch ziek is vaak het advies om zijn lidmaatschap op te zeggen, of diegene denkt zelf: nou, dat kan ik vast niet meer. Terwijl zo’n vereniging veel betekenis kan geven, om nog maar te zwijgen van een sociaal netwerk.’
Niet voor niets is Roermond een groot voorstander van de sociale netwerkbenadering, vertelt ze. ‘Het persoonlijke netwerk speelt een belangrijke rol bij preventie. We kennen veel soorten wijken, maar in wijken met grote sociale cohesie zien we een heel andere beweging. Bijvoorbeeld, woon je als oudere alleen in een appartementje, dan is het heel fijn als je overburen elke dag checken of de gordijnen wel opengaan. En aanbellen als dat niet zo is. Dat voorkomt ook te laat ingrijpen, wat tijdige, passende zorg oplevert en minder kosten.’
Weg met de schotten
Toch benadrukt ze dat het haar niet om het geld gaat. ‘Natuurlijk kijken we naar financiële kaders, maar zingeving en welzijn staan voorop. Daarom wil ik dat we eerst kijken wat mensen belangrijk vinden en wat er mogelijk is, waar de proeftuin ook meer zicht op geeft. Dat gesteggel over geld doen wij wel, achter de schermen.
Natuurlijk kijken we naar financiële kaders, maar zingeving en welzijn staan voorop
Ze baalt dan ook van de ‘schotten’ in de regelgeving, bijvoorbeeld tussen de Wmo en de Wlz. ‘We zijn al jaren bezig om die aan te pakken, maar het helpt niet als professionals ‘hun eigen winkeltje’ op de eerste plaats zetten. Vanuit de insteek van samenwerking hoop ik dat de proeftuin een andere houding oplevert. Daar winnen we veel mee.’
Zelf heeft ze er in ieder geval zin in. ‘Ja, ik ga actief meedoen, want ik ben nogal van de inhoud, hoor ik vaak. Met andere woorden, ik bemoei me graag met van alles,’ lacht ze. ‘Ik wil namelijk voeling houden met waar we het voor doen. Kijk, in het stadhuis bedenken we allerlei beleid, maar raakt het mensen wel? Wat vinden betrokkenen in het veld belangrijk? Anders doen we maar wat.’
Inwoners blij, iedereen blij
Integraliteit is daarbij hét sleutelwoord waar de proeftuin aan moet bijdragen. Betere samenwerking en kortere lijnen. Niet alleen tussen zorg en welzijn, maar ook tussen al die disciplines en de mantelzorger, vrijwilligers en het sociale netwerk. Op de vraag wanneer de proeftuin een succes is, antwoordt Marianne zonder aarzelen: ‘Als de mensen voor wie we het doen vinden dat het een succes is. Niet de beleidsmakers en de zorgprofessionals, maar de inwoners. Als zij zeggen: in Roermond doen ze er alles aan om ons te laten léven tot het einde, dan ben ik heel blij.’
Wat is een proeftuin?
Eén jaar slim samenwerken, met de belangrijkste betrokkenen. Van huisarts, wijkverpleegkundige en sociaal werker tot Wmo-consulent. Zelfs met beleidsmakers en bestuurders. Binnen je gemeente of wijk. Dat is een proeftuin, in het kort. Samen duiken jullie in levendige casussen, werkend vanuit de vier dimensies van palliatieve zorg. Hoe kan het beter, eerder of anders? Welke andere beroepskrachten bieden die meerwaarde waar je niet zo snel aan denkt? Je leert van elkaar én elkaar kennen. En dat merk je direct in de praktijk. Meer weten over de proeftuinen en aanmelden? Kijk op: Proeftuinen – Zinvol samenwerken, zó doe je dat.
Meer informatie
- Succesvol samenwerken voor mensen in de laatste levensfase
- In gesprek met deelnemers proeftuin Maarssen: ‘Er valt veel te winnen op het snijvlak van zorg en welzijn’
- Nieuwe proeftuin Agora-Movisie in Maarssen: ‘Rust bij de patiënt geeft ons ook rust’
- Nieuwe proeftuin Agora-Movisie in Maarssen: ‘Er is veel meer dan de Wmo, maar wat dan precies?’
- Proef aan de proeftuin: verhalen van deelnemers, artikelen en handige tools
- Meer over lokale projecten
- Praten over levensvragen
Delen: