Omarm!
(spreken over sterven en het leven omarmen)
26 februari 2024
Agora start met Vilans in april een traject om op tijd het goede gesprek te hebben. Dit LeerDoeDeeltraject ‘Het goede gesprek’ van Waardigheid en Trots leert medewerkers uit de Wlz-zorg aandacht te hebben voor zingevingsvragen tijdens de levenseindereis. Volg op maandag 4 maart de online informatiebijeenkomst over dit traject.
Guido Schürmann, beleidsadviseur Zingeving en het Sociaal Domein bij Agora, is één van de coaches binnen dit traject. Hij schreef een persoonlijk opiniestuk over spreken over sterven en het leven omarmen.
Spreken over sterven is in deze tijd in de Nederlandse samenleving verworden tot spreken over het levenseinde. Onlangs werd de dood van oud-premier van Agt en ‘zijn’ Eugenie breed uitgemeten in een voornamelijk romantisch verhaal van gezamenlijk gekozen dood. En zodra ik een priester of bisschop vertel dat ik werkzaam ben in de palliatieve zorg beginnen ze over euthanasie. Hoe komt het dat sterven alleen over het levenseinde lijkt te gaan? Hoe komt het dat het ‘maakbaarheidsdenken’ van de naoorlogse generatie zich inmiddels uitstrekt tot het daadwerkelijke moment van overlijden? Sterven is veel meer dan dat en ik houd een pleidooi voor het leven zelf.
‘Hoe komt het dat sterven alleen over het levenseinde lijkt te gaan?‘
Nog niet lang geleden (2021) verschenen meerdere rapporten van de Raad voor de Samenleving over sterven en de aandacht die dat krijgt. Het is een krachtig pleidooi om de dood, het sterven meer onderdeel van het leven te laten zijn. Ik ben het er hardgrondig mee eens. Alleen, wie leest zo’n rapport? Leidt deze gedachtegang tot gesprek bij bewoners in de Schilderswijk of Charlois? Of aan tafel bij de mannen van VI? Niet dat ik weet, al kan ik mij nog voorstellen dat in gesprekken aan de keukentafels in de wijk dat nog wel eens mee kan vallen.
Ik ben bezorgd over het spreken over het levenseinde. Het is mij teveel onderdeel van iets waar de mens ook de regie over wil hebben. Zoals alles geregeld moet zijn, van relatie tot pensioen, van het aantal kinderen tot het aantal vakanties per jaar, zo moet ook de dood vastgelegd. Liefst zo vroeg mogelijk. Ik vind het een rare opvatting. Want als je over het leven nadenkt: hoe weinig regie heb je dan toch eigenlijk?! Toen ik 17 was kreeg mijn vader alvleesklierkanker, na een half jaar was zijn leven voorbij. Niemand had enige regie. Mijn tweelingbroer stief plotseling aan een hartaanval op een zonovergoten Hemelvaartsdag. Opnieuw: geen enkele regie. Natuurlijk is er verdriet, gemis, rouw, maar van regie was geen sprake. Het leven gaat zijn eigen gang en eigenlijk voelt dat goed. Het voelt als een enorm contrast tot hoe veel mensen zich vandaag tot leven en sterven lijken te verhouden.
Het is nu veertigdagentijd, of vastentijd. Jaarlijks 40 dagen om je te bezinnen. Voor mij betekent dat nu eens nadenken over wat leven betekent. Het valt mij op dat ik geen behoefte voel om de regie te hebben over het leven, ondanks dat ik graag mijn dag in wil delen, doelen in het werk stel en wil weten waar ik aan toe ben. Het voelt alsof het leven altijd groter is, dat ik er eerder onderdeel van ben dan regisseur. Ik stel mij de vraag: hoe ik wat mij overkomt kan dragen, hoe ik het onvermijdelijke lijden kan dragen? Zo kijk ik ook naar sterven als onderdeel van het leven: hoe kan ik het dragen, verdragen.
‘In de palliatieve zorg is spreken over sterven onlosmakelijk verbonden met spreken over het leven’
Mijn werk doe ik bij Agora, dat als motto Léven tot het einde heeft. Dat is voor mij de essentie: het gaat om het leven. Met wat daarin goed en fijn is en ongemakkelijk of pijnlijk is. In de palliatieve zorg gaat het er dan om hoe je dat leven zo goed mogelijk kan leiden. Met je dierbaren, vrienden. Met degene die je ondersteunen vanuit zorg en welzijn, van huisarts tot WMO ambtenaar. In de palliatieve zorg is spreken over sterven onlosmakelijk verbonden met spreken over het leven, wat mij betreft met als doel het leven in het hier en nu te omarmen.
Guido Schürmann
Delen: